Blog

Liefde

Liefde

Tijdens het wekelijks overleg van de stichting ‘Ik was een vreemdeling’, schuift een minderjarige asielzoeker bij ons aan tafel. Hij heeft een brandende vraag, hij wil nu wel eens echt weten wat liefde is. Hij spreekt nog weinig Nederlands en verspilt daardoor zijn woorden niet aan uitvoerige formuleringen. Zijn vraag was net zo kort als krachtig: ‘wat liefde?’ De vraag kwam niet helemaal uit de lucht vallen, het is Valentijnsdag, het gaat er dus over. ‘Wat is liefde?’, dat is zo’n vraag waarop je denkt het antwoord te weten, totdat je het moet verwoorden. Gelukkig zijn we met z’n drieën. We zijn net met de opening begonnen en hebben, ook vanwege Valentijnsdag, gekozen voor 1 Korinthe 13, dat wondermooie hoofdstuk over de liefde.

In het eerste vers is het gelijk raak. ‘Al zou ik alle talen van de mensen en de engelen spreken…’ Ja dat zou ik wel willen. Elke dag knallen we frontaal tegen het taalprobleem op. Stel je voor dat we het we het Dari machtig waren en het Urdu, het Farsi, het Arabisch, dat zou fantastisch zijn. Dan kon je gesprekken voeren van hart tot hart, dan kon je de diepte in, dan zou je elkaar ook veel beter begrijpen. Dan was je er. Wacht even…, we waren nog niet aan het eind van vers 1. ‘Maar had de liefde niet…’. Zonder liefde is al dat praten alleen maar lawaai maken. Maar als je deze tekst omdraait, als je nu al die talenkennis mist maar je mist de liefde niet, dan kun je elkaar toch op een of andere wijze verstaan, dan kom je toch uit bij dat hart. Hetzelfde geldt voor al die kennis. Ik lees me suf, ik wil weten, begrijpen, maar ook hier is het weer hetzelfde liedje: ‘maar had ik de liefde niet…’. We proberen het samen in eenvoudige woorden aan onze gesprekspartner uit te leggen. Maar hij blijft vragen: ‘wat liefde?’ Gelukkig komen we bij vers 4, daar begint die opsomming. ‘De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, (…) zij zoekt niet haar eigen belang.’ Ja, die laatste is een goeie. Het gaat in de liefde om de ander, proberen we. Wij willen niet eerst aan ons zelf denken maar aan jou. Hij is nog niet echt overtuigd en herhaalt opnieuw zijn vraag.

Ik begin me redelijk machteloos te voelen maar gelijk ook uitgedaagd. Het is goed om door vragen, in de hoek gedrukt te worden. Je moet eerst alle makkelijke antwoorden voorbij om op de bodem te komen. ‘God is liefde’, zeg ik. ‘Wat God?’ is zijn reactie. ‘Jezus is God’. Nu komen we dichterbij, we worden warm. Jezus, ja Die kent hij wel. Wat doet Jezus? Hij denkt aan ons. Onze ellende en schuld wil Hij overnemen. Jezus is het antwoord op die brandende vraag, ‘wat liefde’. Als je Hem in het oog houdt, ga je zelf ook liefhebben, eindeloos liefhebben.

Krijn de Jong