Blog

Isolatie

Isolatie

Wat is  de natuur uitbundig. Vorige week viel me dat plotseling op tijdens een bezoek aan het azc-Luttelgeest. We  hadden toestemming gekregen om het terrein op te gaan, maar we mochten de huisjes niet in. We willen graag de mensen weer even zien en chocolade eitjes uitdelen die we van een supermarkt gekregen hebben. We zijn meer dan welkom. We zien elkaar voor de deur. Een Afghaanse man krijgt ons toch zover dat we bij hem thee drinken. Hij sleept twee stoelen naar buiten en gaat zelf op het gras zitten. We kunnen wat woorden wisselen in het Duits. Daar heeft hij een tijdje gewoond. Als we even later weer over het terrein lopen word ik overvallen door die uitbundigheid van de natuur. Het groene gras is bezaaid met madeliefjes en met paardenbloemen en nog andere wilde planten. Wat een bijzonder mozaïek De struiken en de bomen laten hun eerste onbesmette blad zien in alle kleurenvariaties. Wat ook ook opvalt is het contrast. De natuur is niet te houden, maar de mensen verbergen zich. Er is niemand te zien. Iedereen is bang voor het virus. De bewoners daar zijn dubbel kwetsbaar. Toch worden we overal met brede gebaren binnen genodigd. ‘Nee, kan niet, corona’. Ja, dat woord kennen ze.

In verzorgingshuizen gaat het leven en het werken moeizaam. En ook in de huizen waar mensen met verstandelijke beperkingen wonen heerst veel spanning. Maar vergeet ook de asielzoekerscentra niet. De mensen daar wonen met verschillende families in een huisje. Activiteiten worden niet meer georganiseerd. En ook bijna alle procedures liggen stil. Dat betekent nog langer wachten. Bezoeken zijn tot het absolute minimum teruggebracht. We komen op het terrein een paar vrouwen tegen, ze brengen huiswerk rond. En later spreken we nog twee vrouwen die toch nog wat berichten over procedures bij de mensen brengen. We hebben nu wat tijd voor uitwisseling. Even later spreken we een man uit Irak. Hij is journalist. Hij is een doorzetter. ‘Ik schrijf nu in mijn hoofd’.

Weer terug in mijn eigen comfortabele gevangenisje kan ik doorgenieten van de natuur. Nee, de tuin is niet groot, je zou hem zelfs klein kunnen noemen, maar wat een leven. Vanwege die geringe omvang zitten we letterlijk ‘in’ de tuin en kunnen vanuit de stoel alles waarnemen. Links van ons heeft de egel een riant onderkomen gevonden in een op de grond uitdijende klimop. Hij laat zich zelden zien maar we horen hem wel zo af en toe kuchen. Rechts in de klimroos, nestelt op een ongemakkelijk plekje een duif. Om ons heen veel boeiende bloemen. Een jonge merel wordt door vadermerel gevoed De musjes zijn vooral luidruchtig en baden in de vijver. Het pimpelmees echtpaartje heeft het door ons aangeboden woninkje afgeslagen. Ze nestelen iets verderop. Deze week zagen we de eerste vlinder, bijen zweven rond en ook van die gezellige dikke hommels. Nou ja, waarom zouden we nog opstap gaan. 

Krijn de Jong