Gekkenwerk

Gekkenwerk

Het voelde op dat moment in De Poort als een soort schuilplaats. Spannend en dreigend was het op en rondom Urk. Een uit de hand gelopen ruzie tussen enkele jongeren leek uit te lopen op een kleine oorlog. Wat moet je als gewone burger doen? Een groepje jongeren nam een initiatief: samen bidden. Ook hiervoor werd de app ingezet. ‘Kom naar De Poort’. In groepjes zaten we samen te bidden. In het groepje waar ik deel van uit maakte zat een jonge vrouw. Ze was deze manier van bidden niet gewoon, zei ze verontschuldigend. Ze bad in het urker dialect. Wat klonk dat intiem. Eere Jie eawen toch ezegd…’. We baden voor Urk, voor al die jongeren, voor de gezagdragers en voor de dreigende moslimjongeren die via de sociale media van zich lieten horen. Een beetje gek, zullen sommigen zeggen of minstens denken. Nu zitten we op de zolder van het atelier van Geert Weerstand. Ook zo’n bidplek. Tijdens de ramadan gaan we dertig dagen lang, van half negen tot kwart over negen, bidden voor de moslimwereld. We doen dit aan de hand van een gids die is samengesteld door zendelingen. Ze nemen ons mee op reis door de wereld van de islam. De eerste avond is het gelijk raak. We bidden voor de Fulani uit de Sahel. Het gaat om het grootste nomadische volk ter wereld. Vijfendertig miljoen mensen. Ze trekken van Oost naar West door de Sahel, een gebied net onder de Saharawoestijn. Ik schrok. Dat zijn toch die rondreizende herders die er op los moorden in de christelijke dorpen in Nigeria? Confronterend. Wat moeten we daar mee? Moet je daar voor bidden? We hebben de Bijbel er maar bij gepakt. We lezen Matheus 5 vers 43 -48: ‘U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw […]

Illegaal

Dit had ik altijd al graag gewild. En nu lijkt de kans daar. Een nachtje slapen in een AZC, een asielzoekers centrum. Even wat meer dan een gewoon bezoekje. Ik ken drie jongens in het betreffende AZC en de volgende dag heb ik in dezelfde plaats een redactievergadering. Omdat het een aardig stukje rijden is leek het me ook praktisch. Mijn drie vrienden komen uit Pakistan en Iran. Bij een van de jongens zou ik logeren en bij de anderen op bezoek gaan. Dat uitleggen was moeilijk. Uiteindelijk blijken twee van de drie mij als logee te verwachten. Een heeft het al aangevraagd en toestemming gekregen. Hij staat me op de parkeerplaats op te wachten, zeer verguld dat ‘papa’ bij hem komt logeren. Bij de receptie toont mijn vriend het papier waarop staat dat hij een gast mag ontvangen en ik overleg mijn identiteitsbewijs. Maar zo makkelijk gaat het niet. De beambte constateert dat ik Nederlander ben. Op zichzelf is daar natuurlijk weinig mis mee, maar Nederlanders mogen niet in een AZC overnachten. ‘U kunt gewoon in een hotel of in een pensionnetje’. ‘Maar u heeft toch toestemming gegeven’. ‘Ja, maar mijn collega had dat niet mogen doen.’ Er lijkt weinig meer aan te veranderen, ik sta al weer met een been buiten. Maar mijn vriend geeft het nog niet op. Hij heeft zich er zo op verheugd. ‘Ik niet pappa, niet mama, niet oma, niet opa, ik niet broer, ik niet zuster. Waarom ‘papa’ niet slapen’. De beambte blijkt bereid om met een collega te overleggen en later nog een keer. Het resultaat is dat ik toch door mag, maar wel als een soort halve illegaal. In Azië en in het Midden-Oosten weten ze wat gastvrijheid is. De Iraanse vriend heeft sandalen voor mij klaar en ik moet op […]

Nederlands

Nederlands We zitten met een man of vijftig in een grote wachtruimte. Iedereen kijkt bedrukt. Er komt een man binnen, ‘alle mensen voor lokaal 2 kunnen met mij meelopen’. Als schapen naar de slachtbank volgen ze hem. Het zijn allemaal statushouders die aan het inburgeren zijn. Mensen uit Syrië, Eritrea, Iran, Irak, Indonesië. Vanmorgen moeten ze examen doen. Lang niet iedereen gelooft in de goede afloop. Ook Mehri niet. Ik ben haar chauffeur vanmorgen en ook een beetje haar morele steun. Eigenlijk is ze nog niet aan het examen toe. Het laatste half jaar kon ze niet naar school. Er moest gewerkt worden. Ze heeft vanmorgen examen in ‘luisteren’ en ‘lezen.’ Taal is wel een van de belangrijkste zaken als het om inburgeren gaat. Als je een beetje taalvaardig bent kun je brieven lezen, contacten maken en ook de weg naar de arbeidsmarkt wordt toegankelijker. Taal is super belangrijk, maar… er zijn een paar probleempjes. Het eerste probleem is, Nederlands is een moeilijke taal. Tweede probleem, niet iedereen is even taalgevoelig. Derde probleem, als je wat ouder bent is het heel moeilijk om nog een nieuwe taal te leren. Kinderen leren het spelend. Veel ouderen, maar ook jongvolwassenen hopen dat ze iemand tegenkomen die hen wil helpen. Een soort vriend waarmee ze wat taal kunnen oefenen. Die zijn niet makkelijk te vinden. Niet veel mensen brengen het geduld op. Wel zijn er hier en daar taalleraren en leraressen, die aan kleine groepjes of aan enkelingen Nederlands leren. Ze doen belangrijke werk. Ik hoef me in de wachtkamer niet te vervelen. Ook los van de examenuren lopen mensen in en uit. Een Syrische wordt opgeroepen om naar het loket te komen, ze krijgt haar diploma. Mooi moment om getuige van te zijn. Ze is vier jaar en drie maanden in Nederland. […]

Taal

Samuel kijkt me vragend aan: ‘Wat is schaatsen?’ Ik denk diep na en doe een poging: ‘Schaatsen zijn een soort schoenen met ijzers eronder waardoor je over het ijs kunt glijden.’ Ik plaats één hand op mijn rug en sla mijn benen naar rechts en links. Hij kijkt me een beetje meewarig aan. Ik zie dat hij zijn lach bijna niet in kan houden. Hij trekt zijn gezicht weer in de plooi en vraagt: ‘Wat is ijs?’ Het is zaterdagmiddag. We zitten met een groep vluchtelingen aan tafel te eten na een Bijbelstudie. Ik heb net aan Samuel verteld dat we de avond ervoor geschaatst hebben met jongeren van de kerk. Maar ik dacht er niet bij na dat hij nog nooit ijs gezien heeft in zijn land. Hoe leg je dan uit wat schaatsen is en dan ook nog in een overdekte hal? Op zulke momenten besef ik hoe moeilijk het is om de Nederlandse taal te leren en te begrijpen. Mijn gedachten gaan naar afgelopen woensdag. Ik haal Olena op voor onze maandelijkse vrouwenmorgen. Ze stapt in de auto en begint meteen gezellig te praten. Ze spreekt al best goed Nederlands, ik zeg dat ook tegen haar. Ze schudt haar hoofd. ‘Mijn dochtertje Arina beter. Zij is pas zes jaar, maar zij meer weten dan ik.’ Olena vertelt dat Arina thuis kwam met een blad waar vijf hondjes op stonden. Zij moest aangeven welke hond de-één-na-laatste was. Arina had een kruisje gezet bij het hondje vóór de achterste hond. Haar juffrouw had er een krul bijgezet. Olena draait zich naar mij toe: ‘Ik niet begrijp. De één-na-laatste is toch de hond ná het laatste hondje?’ Ze fronst haar wenkbrauwen: ‘Nederlands moeilijke taal. Jullie ook zeggen: ‘Ik wacht óp de bus.’ Ze schudt opnieuw met haar hoofd. Als we […]

Pakistan

Op derde kerstdag kan het nog wel even over kerst gaan. Ruim een week geleden vierden we in de Fontein in Emmeloord kerstfeest met vluchtelingen. Een grote touringcar reed twee keer heen en weer naar het AZC in Luttelgeest. Zelf kwam ik uit Urk met een Iraanse tolk en twee stagiaires die gingen assisteren bij het kinderfeest. Voor het gebouw heerste een aangename sfeer. De eerste bus was net aangekomen en de mensen  talmden wat om naar binnen te gaan. Op het pleintje stond een groepje mannen uit Pakistan. Een praatje maken is nooit moeilijk. En natuurlijk moeten we langs  komen. We krijgen naam, nummer van hun huisje en hun telefoonnummer. Een oudere Pakistaanse man vertelt dat hij de buurman is geweest van Asia Bibi. ‘Een aardig vrouw’. Hij nam nog snel even een selfie met een paar van ons erbij. ‘My family will be very happy.’ Ik heb onze oude Pakistaanse vriend maar niet verteld van de actie die onlangs op Urk is ondernomen. Een beetje te moeilijk verhaal. En natuurlijk ook een beetje symboolpolitiek. Toch zit er ook een mooie boodschap in. Christenen die omwille van hun geloof vervolgd worden zijn hier welkom. Ik had het erover met een buitenlandse vrouw met veel cross-culturele ervaring. Ze zei dat we ons wel moeten realiseren dat we een straatarm, ongeletterd, zwaar getraumatiseerd gezin naar Urk halen. Nu lijkt het nog romantisch, maar als ze in ons midden bivakkeren zijn het gewone mensen met hun beperkingen en eigenaardigheden, dus ongeveer net zoals wij. Er blijft wel een groot verschil. Zij hebben geleden omwille van hun geloof en ze hebben stand gehouden. Sympathiek trouwens dat er op Urk niet moeilijk wordt gedaan over het katholieke geloof van de familie. Vorige week bezocht ik in een AZC verderop in het land een Pakistaanse […]

Wijzen uit het Oosten

Paul kijkt de kring rond: ‘Dus iedereen weet nu wat hij moet doen?’ Hij gaat het lijstje dat voor hem op tafel ligt nog eens langs met zijn pen en mompelt zachtjes: ‘Opening, algehele leiding, muzikale begeleiding, crèche, tolken, vervoer, cad…’ Hij stopt en vraagt nu hardop: ‘Welke kerk regelt de cadeautjes bij de uitgang?’ Het is woensdagavond. We hebben vergadering met de werkgroep Kerk & Vluchteling over het komend kerstfeest voor vluchtelingen. Zaterdag 15 december is het weer zover. Ik kan me bijna niet voorstellen dat het al een jaar geleden is dat we samen Kerst vierden. Het lijkt nog zo kort geleden. Ik zie Taregeh weer zitten – op een kruk midden op het podium – een gitaar in zijn handen en gekleed in een veelkleurige mantel. Taregeh komt uit Ethiopië. Vol overgave zingt hij een lied over de geboorte van Jezus. Verstaan doe ik het niet en echt zuiver klinkt het niet. Maar toch raakt het mij. We zitten samen in de kerk met broeders, zusters en kinderen uit Syrië, Pakistan, Iran, Irak, Egypte, Eritrea, Ethiopië en Nederland. Allemaal zijn we verschillend. Samen staan we stil bij de geboorte van Jezus, de Zaligmaker van de wereld. Onwillekeurig moet ik aan de wijzen uit het Oosten denken. Er wordt wel gezegd dat zij uit Babylonië kwamen – het huidige Irak – of uit Perzië (Iran). Zij maakten een lange reis van zo’n 1500 kilometer om de Koning van de Joden op te zoeken. Ze wilden Hem aanbidden en eren met wierook, goud en mirre. Ook de koningin van Seba moest een verre tocht maken om koning Salomo te ontmoeten. Ze had goud, specerijen en edelstenen bij zich voor de koning. Seba lag ongeveer waar nu Ethiopië en Jemen zich bevinden. Woorden uit een psalm komen in mij op: […]

Maaltijd

Maaltijd Rahel opent de deur naar de keuken en komt even later de woonkamer weer in met een pan in haar handen. Haar man Henok volgt haar met een schaal injera, een soort opgerolde pannenkoeken. Hij gaat de kring rond. Iedereen neemt er eentje af, ook ik. De injera leg ik op mijn plastic bord en rol deze uit. Rahel tilt het deksel van de pan en schept iets van de Eritrese stoofpot midden op mijn pannenkoek. Ik krijg er wat salade bij. De reuk is goed en ik weet dat de smaak ook heerlijk is. Ik scheur een stukje van de injera af, pak er wat van de bruinachtige puree mee vast en eet het op. Het is lekker pittig. Terwijl ik een tweede stukje van mijn pannenkoek trek, zie ik opeens weer het blonde meisje voor me. Op de Familiedagen in Gorinchem kwam ze naast me staan, terwijl ik met een grote pollepel in een pan roerde. ‘Wat maakt u?’, vraagt ze nieuwsgierig. ‘Nsima’, antwoord ik en wijs naar de plaat boven mij. ‘Kijk, dat eten de kinderen in Malawi. Elke dag krijgen ze een bord van deze maïspap. Wil je ook een beetje proeven?’ Ze knikt. ‘Hier, voor jou.’ ‘Waar moet ik het mee opeten?’ klinkt het. Ze  kijkt naar het donkere meisje op de poster. Aarzelend gaat haar hand naar de nsima, ze neemt een hap, slikt, knijpt haar ogen stijf dicht en griezelt. Mijn ogen glijden naar het grote wandkleed aan de muur in Rahel’s huiskamer. In bijna elk Eritrees huis is deze afbeelding van Jezus te zien, kloppend aan een deur. We hebben hier net een Bijbelstudie over gehouden: ‘Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de […]

Meisje

Meisje Een Emmeloordse, iemand uit de kring van bezoekers van het AZC, informeerde bij Jacoline of ze nog een wagen had. Er was bij een vluchtelingenfamilie een baby’tje geboren. Ze had het nummer van het huisje gegeven. Daar moesten we het mee doen. Twee gezinnen hebben we voor vanavond op ons lijstje. Een Chinees gezin en dus het gezin waar een baby is geboren. Eerst de wagen maar kwijt zien te raken. We kloppen aan. Een klein jongetje doet open. Dat is mooi, want de kleine kinderen spreken het beste Nederlands. ‘Is er bij jullie een baby geboren? Hij knikt instemmend. Inmiddels verschijnen de vader en moeder ook in de gang. De moeder verwijdert zich snel om haar hoofddoek om te gaan doen. We worden binnen genodigd. Even later komt de moeder met de baby ook weer in de kamer. We mogen het kleine meisje vasthouden. Onze tolk blijkt acht jaar te zijn. Het is een grappig, helder ogend jongetje. Moeilijke vragen proberen we via de vertaal app. Wonderlijk sfeertje altijd. Eerst is er iets van verlegenheid. Je kent elkaar niet. Je tast wat af en probeert langzaam wat dichter bij elkaar te komen. Ja, er zijn nog meer kinderen. Een dochtertje is ziek. De vader laat medicijnen zien. We zoeken op internet. Het zijn zware medicijnen voor mensen met extreme angsten. De vader vertelt wat er gebeurd is. Twee mannen, hij houdt zijn handen haaks boven en onder zijn ogen, gemaskerde mannen dus, hebben haar opa doodgeschoten terwijl zij op zijn schoot zat. Hij maakt een gebaar van schietende mannen. Ze is innerlijk zwaar gewond. Nee, ze wil niet komen. De vader probeert het nog een keer. Je ziet de onmacht in zijn ogen. We mogen wel even een blik in haar kamer werpen. Voorzichtig kijken we om een […]

Eritrese samenkomst

Eritrese samenkomst Een klein donker meisje kijkt nieuwsgierig om de hoek van de deur naar binnen. Haar vader geeft haar een bemoedigend duwtje in de rug. Nazaret stapt nu vrijmoedig met haar kleine beentjes de zaal in. Ze heeft een mooi wit jurkje aan, afgezet met een kleurrijk bewerkte rand. Ik zie dat haar moeder en oudere zus Rahel dezelfde jurk dragen. Vader heeft een wit pak aan, met dezelfde bewerkte rand als Nazaret. Achter hem volgen zijn twee zoontjes, ook in ’t wit. Het stroomt nu snel vol. Het is vrijdagavond. We hebben de maandelijkse samenkomst met onze Eritrese dorpsgenoten. Ze hebben hiervoor hun zondagse kleding aangetrokken. Allen zijn Eritrees-Orthodox christen, behalve Omar, hij is moslim. Maar dit belet hem niet om ook gewoon te komen. In ons dorp zijn heel veel kerken, maar de drempel is net iets te hoog voor onze Eritrese vrienden. En hun eigen kerk – de Tewahedo Kerk – is te ver weg om regelmatig naartoe te kunnen gaan. Daarom komen we één keer per maand bij elkaar in het onderkomen van Stichting Ethiopië-Eritrea. Een unieke locatie. Hier wanen ze zich thuis tussen de mooie platen aan de wand, het koffiepotje met koffiebonen, het Afrikaanse winkeltje in de hoek en de fraaie mat op de grond. Helemaal hun plek. We leren deze avonden veel van elkaar. Zo kwamen wij erachter dat hun Bijbel dikker is dan de onze. Ze kennen meer Bijbelboeken. We raakten aan de praat over het apocriefe boek Henoch. Dit boek wordt in onze Bijbel door Judas wel aangehaald en geciteerd, maar is niet als canoniek boek opgenomen. Vanavond behandelen we het gedeelte over Filippus en de kamerheer. Krijn de Jong – Mariam heeft een witte doek om zijn schouders gelegd – leest het gedeelte voor. Filemon leest het daarna in […]

« Vorige paginaVolgende pagina »